Samenstelling atmosfeer

 De Atmosfeer bestaat onder normale omstandigheden uit 78% stikstof (N2) en 21% zuurstof (O2). gassen zoals koolstofdioxide (CO2), methaan (CH4), argon en ozon (O3) vormen de overige 1%. men noemt ze sporengassen, omdat er maar een spoor van in de atmosfeer zit. Ook bevat de atmosfeer water in de vorm van waterdamp en wollken.

De zon is de balngrijkste energiebron voor de aarde. Een deel van de zonnestraling, waaronder zichtbaar licht en ultraviolette straling, bereikt de aarde. Dit noem je instraling. De aarde geeft ook straling af aan de ruimte, de uitstraling.

het overzicht van instraling en uitstraling noem je de stralingsbalans of energiebalans.

De straling die de aarde bereikt vanuit de ruimte is niet overal hetzelfde. Ongeveer 50% van de zonnestraling bereikt het aardoppervlak. De aarde absorbeert de zonnestraling, warmt op en geeft warmtestraling af aan de atmosfeer. De zon verwarmd de atmosfeer dus indirect.

  De atmosfeer laat de warmtestraling van de aarde, minder makkelijk door dan de zonnestraling, dit komt door de gassen in de atmosfeer zoals waterdamp (H2O) en koolstofdioxide (CO2). Ook spelen wolken een rol in de uit- en instraling. Als de lucht onbewolkt is is de uitstraling groter dan wanneer het bewolkt is. Dat merk je al als er een onbewolkte nacht is, dan kan het vaak al koud worden in de zomer!

De instraling en de uitstraling zijn ongeveer aan elkaar gelijk, omdat het gaat een bewegende eenheden, noem je het dynamisch evenwicht.